1. Je weet de jaartallen en kenmerken van het tijdvak televisie en computer.
2. Je kunt minimaal 3 andere vensters noemen uit dit tijdvak.
3. Je kunt de waternoodsramp op een tijdbalk plaatsen.
4. Je weet welke gebieden door de Waternoodsramp zijn getroffen.
5. Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van de Waternoodsramp.
6. Je kunt omschrijven wat de Deltawerken zijn.
7. Je weet oplossingen voor de zeespiegelstijging en de invloed op Nederland.
8. De kunt de volgende woorden verklaren: dijken, Deltawerken, stormvloedkering, waterbouwkundigen, noodoverloopgebieden. (Kijk op de site van de canon van Nederland).